Verhit een scheutje olie in een afdekbare wok of koekenpan. Snij 1 stuk ui in dunne halve ringen, voeg toe en fruit tot glazig. Schil 125 g wortels en snij in halve of kwart maantjes, voeg toe.
3
Pers 1 teentje knoflook boven de pan en schep om.
4
Voeg 200 orzo toe en schep een paar keer om. Voeg ¾ blikje tomatenstukjes toe, roer goed door, en schenk vervolgens zoveel bouillon erbij dat de orzo net onderstaat. Dek af en zet het vuur zacht. Voeg steeds een scheutje bouillon toe als het dreigt droog te koken. De orzo heeft ca. 11 minuten nodig om gaar te worden. De bouillon hoeft niet op en het geheel mag een beetje nat en smeuïg blijven.
5
Hak 40 g hazelnoten grof en rooster in een droge koekenpan tot ze beginnen te kleuren. Laat afkoelen.
6
Hak ½ zakje peterselie (incl. dunne steeltjes) fijn.
Verwijder het hart van 1 stronkje roodlof en snij in ringetjes. Giet 1 potje mais af en 1 pakje boontjes. Halveer 175 g olijven.
7
Proef of de orzo gaar is. Schep de mais, boontjes, olijven en 175 g spinazie erdoor. Warm mee tot de spinazie is geslonken. Voeg de roodlof toe, schep nog een paar keer om en zet het vuur uit. Breng op smaak met zout en peper.
8
Garneer de orzo met de peterselie en hazelnootjes.