1
Schil 500 g aardappelen en 150 g wortel, snij in stukken van ca. 2 cm en zet goed onder water in een ruime pan met een snuf zout. Dek goed af, breng aan de kook en laat afgedekt 15-20 minuten koken.
2
Schil 125 g koolrabi en verwijder de onder- en bovenkant. Snij in partjes en vervolgens in flinterdunne plakjes. Meng in een schaaltje 1 el witte wijnazijn, ½ tl suiker en een snuf zout. Voeg de koolrabi toe, schep goed om en zet weg tot gebruik.
3
Snij 2 stengels lente-ui in stukken van 3 cm. Bak gedurende 3 tot 5 minuten op hoog vuur in een koekenpan of wok tot ze bruin kleuren. Schud tussentijds om. Haal uit de pan en zet apart.
4
Verwarm olie in de eerder gebruikte koekenpan of wok en bak 200 g kip gaar in 6-8 minuten.
5
Snij ½ stuk limoen in partjes.
6
Giet de aardappelen en de groenten af (bewaar wat kookvocht). Stamp fijn met een goede klont boter. Voeg eventueel wat kookvocht toe en breng op smaak met zout en peper. Zet de puree op een laag vuurtje en roer 200 g spinazie erdoor tot die wat geslonken is.
7
Serveer de kip met de stamppot, de lente-ui, de ingelegde koolrabi, partjes limoen en 25 g pinda's.