Zet de waterkoker aan voor de couscous en de bloemkool (tip).
2
Breng een pan met een laagje gezouten water aan de kook. Snij 1 stuk bloemkool in roosjes en de steel in stukjes. Kook in 5-6 minuten beetgaar en giet af.
3
Doe 100 g couscous met wat zout in een kom en overgiet met kokend water tot de korrels ca. 1 cm onder staan. Dek af. Roer na 10 minuten los met een vork.
4
Maak in een grote saladeschaal een dressing van ½ el citroensap, 100 ml yoghurt, 1 el olijfolie, ½ tl kerriepoeder en 1 tl honing. Breng op smaak met peper en zout. Zet even weg.
5
Schil 125 g koolrabi grondig, met name de onderkant, en snij in kleine blokjes van 0,5 cm. Hak de 1 bosje dille fijn. Snij ½ stengel lente-ui in ringetjes. Meng alles door de gare couscous met een goede scheut olijfolie. Breng goed op smaak met peper en zout.
6
Snij 50 g kaas in kleine blokjes van 0,5 cm. Giet en spoel 1 potje maïs af. Snij ¼ potje augurkje in plakjes. Meng samen met de gare bloemkool door de yoghurtdressing. Voeg eventueel extra augurkjes naar smaak toe.
7
Serveer de couscous met de romige bloemkool.
Tip: Heb je wat meer tijd? Rooster de bloemkool in de oven in plaats van koken voor extra smaak (200 graden, 20-25 min. met olie, peper en zout).