Snipper 1 stuks ui. Verwarm olie in een afdekbare wok of hapjespan. Fruit de ui zachtjes. Snij dunne plakken van 125 g knolselderij, schilze en snij in kleine blokjes. Bak mee met de ui. Schil 100 g wortel en snij in dunne halve of kwart maantjes. Bak mee en voeg wat zout toe.
2
Hak 2 teentjes knoflook fijn en bak even mee als de ui glazig is, samen met de specerijen. Voeg ½ blikje tomatenstukjes toe, samen met 150 ml water en ¼ groentebouillonblokje. Dek af en laat zachtjes pruttelen.
3
Doe 125 g couscous met wat zout in een kom en zet onder kokend water (ca. 1 cm erboven). Dek af en laat ca. 10 minuten staan.
4
Verwijder loof en onderkant van 1 stuk venkel en snij in plakjes. Bak de venkel op hoog vuur tot ze bruint. Schud af en toe om.
5
Snij intussen ½ bosje peterselie en ½ zakje dille fijn. Dep 2 filets visfilets vast droog en bestrooi met peper en zout.
6
Breng de venkel als ze beetgaar is op smaak met zout en peper. Pers er, als je dat lekker vindt, op het laatst een 2 teentjes knoflook bij en schud een paar keer om. Haal uit de pan en hou warm. Voeg wat verse olie en/of boter toe en bak de visfilets op hoog vuur op de huid tot bruin (ca. 3 minuten). Draai om en bak nog 1 à 2 minuten.
7
Maak de couscous los met een vork, meng een deel van de verse kruiden erdoor en breng op smaak met een scheutje olijfolie en extra vierge en peper.
8
Serveer de couscous met de Marokkaanse tomatenstoof, gebakken venkel en de visjes. Bestrooi met de rest van de kruiden.