Verwarm de oven voor op 200 graden. Zet de waterkoker aan voor de couscous.
2
Verdeel 1 stuk bloemkool in roosjes en de steel in stukjes (zie tip). Meng met olie, peper en zout in een mengkom. Leg op een met bakpapier beklede bakplaat en bak 20-25 minuten gaar in de oven.
3
Maak in een grote saladeschaal een dressing van ½ el citroensap, 100 ml yoghurt, 1 el olijfolie extra vierge, ½ tl kerriepoeder en 1 tl honing. Breng op smaak met peper en zout. Zet even weg.
4
Doe 100 g couscous met wat zout in een kom en overgiet met kokend water tot de korrels ca. 1 cm onder staan. Dek af. Roer na 10 minuten los met een vork.
5
Breng een laagje water aan de kook. Haal 1 stuk maiskolf af en snij met een groot mes de korrels voorzichtig (anders springen ze alle kanten op!) van de maiskolven. Kook gaar in ca. 3 minuten. Giet en spoel koud af.
6
Schil 125 g koolrabi grondig, met name de onderkant en snij in kleine blokjes van 0,5 cm.
7
Hak 1 bosje dille fijn. Snij ½ stengel lente-ui in ringetjes. Roer samen met de koolrabi en een goede scheut olijfolie extra vierge door de gare couscous. Breng goed op smaak met peper en zout.
8
Snij 50 kaas in kleine blokjes van 0,5 cm. Snij ½ potje augurkjes in plakjes. Meng samen met de gare bloemkool door de yoghurtdressing. Voeg eventueel extra augurkjes naar smaak toe.
9
Serveer de couscous met de romige bloemkool.
Tip: Je kunt de kleinere bladstengels ook meebakken in de oven!